Preventief borstonderzoek

Borstkanker is de meest voorkomende soort kanker bij vrouwen. 1 op de 9 vrouwen krijgt hier ooit in haar leven mee te maken. Naarmate de leeftijd vordert wordt de kans op borstkanker groter. Het merendeel van de vrouwen die borstkanker krijgen is 50 jaar of ouder.

Het is belangrijk om borstkanker in een zo vroeg mogelijk stadium te ontdekken, omdat dit de kans op overleving kan vergroten. Borstzelfonderzoek kan daarbij helpen. Wanneer u maandelijks uw borsten onderzoekt leert u veranderingen beter op te merken.

Wees alert op de volgende symptomen:

  • Een knobbeltje of verdikking in of rond de borst.
  • Veranderingen van (kleur van) de huid van de borst.
  • Verandering van de tepel.

Wees niet te snel ongerust: een ‘knobbeltje’ kan een opgezet melkkliertje of een cyste zijn. Ook zijn ongelijke borsten of tepels een normaal verschijnsel. Merkt u veranderingen in uw borsten op, ga dan naar uw huisarts. Deze kan u snel geruststellen of doorverwijzen.

Borstzelfonderzoek

  • U kunt het beste 1 week na de menstruatie uw borsten onderzoeken. Dit moment is het beste omdat vrouwen voor hun menstruatie last kunnen hebben van gezwollen en pijnlijke borsten. Indien u in de overgang bent of bent geweest kies dan een vaste dag in de maand
  • Druk met gesloten en gestrekte vingers.
  • Maak ronddraaiende bewegingen met de vingers over de borst
  • Oefen voldoende druk uit op de borst.
  • Vergeet het tepelgebied en de oksels niet.
  • Bij grotere borsten is het beter om het onderzoek liggend te doen

Preventief-borstonderzoek

Afbeelding 1: Bekijk uw borsten voor de spiegel met uw armen ontspannen langs uw lichaam. Let op de grootte en vorm van de borsten en op afwijkingen van de huid of tepel. Leg vervolgens uw handen achter uw hoofd en controleer uw borsten opnieuw.

Afbeelding 2: Leg uw linkerarm achter uw hoofd en uw rechterhand op uw linkerborst. Let erop dat de borstspier ontspannen is. Onderzoek de hele borst. Begin rechtsboven, ga vervolgens naar rechtsonder, dan linksonder en eindig linksboven. Maak met de vingers van uw rechterhand kleine ronddraaiende bewegingen van de rand van uw borst naar de tepel toe. Beweeg rustig met wat lichte druk. Voel ook goed rond de tepel.

Afbeelding 3: Buig voorover en ondersteun de onderkant van de linkerborst met uw linkerhand. Tast uw borst met de vlakke rechterhand rondom af. Maak daarbij een rollende beweging en zorg voor voldoende druk.

Afbeelding 4: Blijf voorovergebogen staan en laat uw linkerarm naar beneden hangen. Druk met de handpalm van uw rechterhand uw borst licht naar het midden. Controleer met gestrekte vingers uw linkeroksel op knobbeltjes. Begin bovenin de oksel en laat de vingers langzaam naar beneden glijden.

Afbeelding 5: Controleer ook uw tepel en het gebied er omheen. Als u de tepel rustig een beetje naar voren trekt, moet deze soepel meegeven.

Controleer vervolgens op dezelfde wijze uw rechterborst.